Difference between revisions of "Editing RS-2/nl"

From ICA-AtoM
Jump to navigation Jump to search
Line 5: Line 5:
 
Geautoriseerde Beschrijvingen van Organisaties, Personen en Families</span>
 
Geautoriseerde Beschrijvingen van Organisaties, Personen en Families</span>
  
[[Main Page]] > [[Requirement sources]] > ISAAR(CPF)
+
[[Main Page/nl|Hoofdpagina]] > [[Requirement sources/nl|Vereiste bronnen]] > ISAAR(CPF)
  
 
[http://www.ica.org/en/node/30230 Download the official, complete standard from the ICA website]
 
[http://www.ica.org/en/node/30230 Download the official, complete standard from the ICA website]
Line 97: Line 97:
  
 
Een archivistische geautoriseerde beschrijving opgesteld volgens deze norm, kan ook worden gebruikt om de naam en identiteit van een organisatie, persoon of familie te beheren in een ontsluitingsterm die verbonden is met de archivistische beschrijvingseenheid.
 
Een archivistische geautoriseerde beschrijving opgesteld volgens deze norm, kan ook worden gebruikt om de naam en identiteit van een organisatie, persoon of familie te beheren in een ontsluitingsterm die verbonden is met de archivistische beschrijvingseenheid.
 
<!--
 
<span id="1"></span>
 
== 1. Scope and purpose ==
 
 
<span id=".1"></span>
 
'''1.1'''
 
 
This standard provides guidance for preparing archival authority records which provide descriptions of entities (corporate bodies, persons and families) associated with the creation and maintenance of archives.
 
 
 
<span id="1.2"></span>
 
'''1.2'''
 
 
Archival authority records may be used:
 
*a. to describe a corporate body, person, or family as units within an archival descriptive system; and/or
 
*b. to control the creation and use of access points in archival descriptions;
 
*c. to document relationships between different records creators and between those entities and the records created by them and/or other resources about or by them.
 
 
 
<span id="1.3"></span>
 
'''1.3'''
 
 
Description of records creators is an essential activity of archivists, regardless of whether the descriptions are maintained in manual or automated systems. This requires full documentation and continuous maintenance of the context of records creation and use, most importantly the provenance of archives and records.
 
 
 
<span id=".4"></span>
 
'''1.4'''
 
 
The companion standard to this document, [[RS-1|ISAD(G): General International Standard Archival Description]], provides for the inclusion of contextual information within the description of archives at any level. ISAD(G) also recognises the possibility of capturing and maintaining contextual information independently and linking that contextual information to the combination of other information elements used to describe archives and records.
 
 
 
<span id="1.5"></span>
 
'''1.5'''
 
 
There are many reasons why separate capture and maintenance of this type of contextual information is a vital component of archival description. The practice enables the linking of descriptions of records creators and contextual information to descriptions of records from the same creator(s) that may be held by more than one repository and to descriptions of other resources such as library and museum materials that relate to the entity in question. Such links improve records management practices and facilitate research.
 
 
 
<span id="1.6"></span>
 
'''1.6'''
 
 
Where a number of repositories hold records from a given source they can more easily share or link contextual information about this source if it has been maintained in a standardized manner. Such standardization is of particular international benefit when the sharing or linking of contextual information is likely to cross national boundaries. The multinational character of past and present record keeping creates the incentive for international standardization which will support the exchange of contextual information. For example, processes such as colonialization, immigration and trade have contributed to the multinational character of recordkeeping.
 
 
 
<span id="1.7"></span>
 
'''1.7'''
 
 
This standard is intended to support the sharing of archival authority records by promoting the preparation of consistent, appropriate and self-explanatory descriptions of corporate bodies, persons and families that create records. It is intended to be used in conjunction with existing national standards or as the basis for the development of national standards.
 
 
 
<span id="1.8"></span>
 
'''1.8'''
 
 
Archival authority records are similar to library authority records in as much as both forms of authority record need to support the creation of standardized access points in descriptions. The name of the creator of the unit of description is one of the most important of such access points. Access points may rely on the use of qualifiers that are deemed essential to clarify the identity of the entity thus named, so that accurate distinctions may be made between different entities that have the same or very similar names.
 
 
 
<span id="1.9"></span>
 
'''1.9'''
 
 
Archival authority records, however, need to support a much wider set of requirements than is the case with library authority records. These additional requirements are associated with the importance of documenting information about records creators and the context of records creation in archival description systems. As such, archival authority records go much further and usually will contain much more information than library authority records.
 
 
 
<span id="1.10"></span>
 
'''1.10'''
 
 
The primary purpose, therefore, of this standard is to provide general rules for the standardization of archival descriptions of records creators and the context of records creation, thus enabling:
 
 
*access to archives and records based on the provision of descriptions of the context of records creation that are linked to descriptions of the often diverse and physically dispersed records themselves;
 
 
*understanding by users of the context underlying the creation and use of archives and records so that they can better interpret their meaning and significance;
 
 
*precise identification of records creators incorporating descriptions of relationships between different entities, especially documentation of administrative change within corporate bodies or personal change of circumstances in individuals and families; and
 
 
*the exchange of these descriptions between institutions, systems and/or networks.
 
 
 
<span id="1.11"></span>
 
'''1.11'''
 
 
An archival authority record that conforms to this standard may also serve to control the form of name and identity of a corporate body, person or family named in an access point that is related to the unit of archival description.
 
 
-->
 
  
 
<span id="4"></span>
 
<span id="4"></span>
Line 258: Line 176:
 
<span id="4.10"></span>
 
<span id="4.10"></span>
 
'''4.10'''
 
'''4.10'''
 
  
 
De voorbeelden in deze norm zijn illustratief, het zijn géén voorschriften. Zij zijn bedoeld om de regels waar ze bij horen te verhelderen, niet om ze uit te breiden. Beschouw noch de voorbeelden, noch de vorm waarin ze worden gepresenteerd als instructies. Om de context van elk voorbeeld duidelijk te maken, wordt het gevolgd door een vermelding, in cursief, van de naam van de instantie die het heeft geleverd. Om de context duidelijk te maken, wordt elk voorbeeld gevolgd door een vermelding, in cursief, van de naam van de instantie die het voorbeeld heeft geleverd. Verdere verklarende aantekeningen kunnen volgen, ook in cursief, voorafgegaan door de afkorting N.B.:
 
De voorbeelden in deze norm zijn illustratief, het zijn géén voorschriften. Zij zijn bedoeld om de regels waar ze bij horen te verhelderen, niet om ze uit te breiden. Beschouw noch de voorbeelden, noch de vorm waarin ze worden gepresenteerd als instructies. Om de context van elk voorbeeld duidelijk te maken, wordt het gevolgd door een vermelding, in cursief, van de naam van de instantie die het heeft geleverd. Om de context duidelijk te maken, wordt elk voorbeeld gevolgd door een vermelding, in cursief, van de naam van de instantie die het voorbeeld heeft geleverd. Verdere verklarende aantekeningen kunnen volgen, ook in cursief, voorafgegaan door de afkorting N.B.:
Line 267: Line 184:
 
'''4.11'''
 
'''4.11'''
  
Deze norm is bedoeld om gebruikt te worden samen met [[RS-1/nl|ISAD(G) – Algemene Internationale Norm voor Archivistisch Beschrijven, 2de uitgave, en met nationale archivistische beschrijvingsnormen. Als deze normen samen worden toegepast binnen een archivistisch beschrijvingssysteem of netwerk, dan zullen geautoriseerde beschrijvingen met beschrijvingen van archieven en omgekeerd worden verbonden. Zie [[#6hoofdstuk 6]] voor richtlijnen over het leggen van dergelijke relaties. Beschrijvingen van archieven kunnen verbonden worden met archivistische geautoriseerde beschrijvingen via de elementen Naam van de archiefvormer(s) ([[RS-1/nl#3.2.1|3.2.1]]) en Institutionele geschiedenis / Biografie ([[RS-1/nl#3.2.2|3.2.2]]) in een beschrijving die opgesteld is volgens ISAD(G).
+
Deze norm is bedoeld om gebruikt te worden samen met [[RS-1/nl|ISAD(G) – Algemene Internationale Norm voor Archivistisch Beschrijven, 2de uitgave, en met nationale archivistische beschrijvingsnormen. Als deze normen samen worden toegepast binnen een archivistisch beschrijvingssysteem of netwerk, dan zullen geautoriseerde beschrijvingen met beschrijvingen van archieven en omgekeerd worden verbonden. Zie [[#6|hoofdstuk 6]] voor richtlijnen over het leggen van dergelijke relaties. Beschrijvingen van archieven kunnen verbonden worden met archivistische geautoriseerde beschrijvingen via de elementen Naam van de archiefvormer(s) ([[RS-1/nl#3.2.1|3.2.1]]) en Institutionele geschiedenis / Biografie ([[RS-1/nl#3.2.2|3.2.2]]) in een beschrijving die opgesteld is volgens ISAD(G).
  
 
<span id="4.12"></span>
 
<span id="4.12"></span>
Line 278: Line 195:
  
 
Deze norm behandelt slechts een deel van de voorwaarden die nodig zijn om de uitwisseling van archivistische geautoriseerde gegevens mogelijk te maken. Succesvolle digitale uitwisseling van archivistische geautoriseerde gegevens via computernetwerken is afhankelijk van het gebruik van een geschikt communicatieformaat door de bewaarplaatsen die de informatie uitwisselen. Encoded Archival Context (EAC) is een dergelijk communicatieformaat. EAC ondersteunt de uitwisseling via het World Wide Web van archivistische geautoriseerde beschrijvingen die opgesteld zijn volgens ISAAR(CPF). EAC is een Document Type Definition (DTD) in XML (Extensible Markup Language) en SGML (Standard Generalized Markup Language).
 
Deze norm behandelt slechts een deel van de voorwaarden die nodig zijn om de uitwisseling van archivistische geautoriseerde gegevens mogelijk te maken. Succesvolle digitale uitwisseling van archivistische geautoriseerde gegevens via computernetwerken is afhankelijk van het gebruik van een geschikt communicatieformaat door de bewaarplaatsen die de informatie uitwisselen. Encoded Archival Context (EAC) is een dergelijk communicatieformaat. EAC ondersteunt de uitwisseling via het World Wide Web van archivistische geautoriseerde beschrijvingen die opgesteld zijn volgens ISAAR(CPF). EAC is een Document Type Definition (DTD) in XML (Extensible Markup Language) en SGML (Standard Generalized Markup Language).
 
 
 
<!--
 
<span id="4"></span>
 
== 4. Structure and use of the standard ==
 
 
<span id="4.1"></span>
 
'''4.1'''
 
 
This standard determines the types of information that could be included in an archival authority record and provides guidance on how such records may be deployed in an archival descriptive system. The content of the information elements included in the authority record will be determined by the conventions and/or rules that the agency follows.
 
 
 
<span id="4.2"></span>
 
'''4.2'''
 
 
This standard consists of information elements, each of which contains:
 
*a. the name of the element of description;
 
*b. a statement of purpose for the element of description;
 
*c. a statement of the rule (or rules) applicable to the element; and
 
*d. where applicable, examples illustrating implementation of the rule.
 
 
 
<span id="4.3"></span>
 
'''4.3'''
 
 
Paragraphs are numbered and are given for citation purposes only. These numbers should not be used to designate elements of description or to prescribe the order or structure of descriptive resources.
 
 
 
<span id="4.4"></span>
 
'''4.4'''
 
 
The elements of description for an archival authority record are organized into four information areas:
 
 
1. Identity Area
 
*(where information is conveyed which uniquely identifies the entity being described and which defines standardized access points for the record)
 
 
2. Description Area
 
*(where relevant information is conveyed about the nature, context and activities of the entity being described)
 
 
3. Relationships Area
 
*(where relationships with other corporate bodies, persons and/or families are recorded and described)
 
 
4. Control Area
 
*(where the authority record is uniquely identified and information is recorded on how, when and by which agency the authority record was created and maintained).
 
 
 
<span id="4.5"></span>
 
'''4.5'''
 
 
This standard also provides in [[#6|Chapter 6]] guidelines for linking archival authority records to the descriptions of records created by the entity and/or other information resources about or by them. [[#6|Chapter 6]] also includes data models that illustrate the relationships between authority records that describe archival records creators and descriptions of the archives created by those entities.
 
 
 
<span id="4.6"></span>
 
'''4.6'''
 
 
Appendix A provides a mapping of the descriptive elements between the first edition of this standard and the current edition. Appendix B provides full examples of archival authority records compiled in accordance with this standard.
 
 
 
<span id="4.7"></span>
 
'''4.7'''
 
 
All the elements covered by these rules are available for use, but the following four elements are essential:
 
*''Type of entity'' (element [[#5.1.1|5.1.1]]);
 
*''Authorized form(s) of name'' (element [[#5.1.2|5.1.2]]);
 
*''Dates of existence'' (element [[#5.2.1|5.2.1]]); and
 
*''Authority record identifier'' (element [[#5.4.1|5.4.1]]).
 
 
 
<span id="4.8"></span>
 
'''4.8'''
 
 
The nature of the entity being described and the requirements of the particular system or network within which the preparer of an archival authority record works will determine which of the optional elements of description are used in a given authority record and whether these elements are presented in a narrative and/or a structured format.
 
 
 
<span id="4.9"></span>
 
'''4.9'''
 
 
Many of the descriptive elements in an ISAAR(CPF) compliant authority record will be used as access points. Rules and conventions for standardizing access points may be developed nationally or
 
separately for each language. Vocabularies and conventions to be used in creating or selecting the data content for these elements may also be developed nationally, or separately for each language. The following ISO standards are useful when developing and maintaining controlled vocabularies:
 
*ISO 5963 ''Documentation - Methods for examining documents, determining their subjects, and selecting indexing terms'',
 
*ISO 2788 ''Documentation - Guidelines for the establishment and development of monolingual thesauri'',
 
*ISO 5964 ''Documentation - Guidelines for the establishment and development of multilingual thesauri'' and
 
*ISO 999 ''Information and Documentation - Guidelines for the content, organization and presentation of indexes''.
 
 
In citing a published source in any element of description, it is suggested that agencies follow the latest version of ISO 690 ''Documentation - Bibliographic references - Content, form and structure''.
 
 
 
<span id="4.10"></span>
 
'''4.10'''
 
 
Examples provided throughout the standard are illustrative and not prescriptive. They illuminate the provisions of the rules to which they are attached, rather than extend those provisions. Do not take the examples, or the form in which they are presented as instructions. To clarify the context, each example is followed by an indication in italic of the name of the agency that supplied the example. Further explanatory notes may follow, also in italic, preceded by the word Notes:. Do not confuse the indication of the source of the example and any notes with the example itself.
 
 
 
<span id="4.11"></span>
 
'''4.11'''
 
 
This standard is intended to be used in conjunction with [[RS-1|ISAD(G) - General International Standard Archival Description]], 2nd edition and with national archival descriptive standards. When these standards are used together within the context of an archival descriptive system or network, authority records will be linked to descriptions of archives, and vice versa. See [[#6|Chapter 6]] for guidance on how these links may be created. Descriptions of archives and records can be linked to archival authority records in the ''Name of creator(s)'' element ([[RS-1#3.2.1|3.2.1]]) and the ''Administrative/Biographical history'' element ([[RS-1#3.2.2|3.2.2]]) of an ISAD(G) compliant description.
 
 
 
<span id="4.12"></span>
 
'''4.12'''
 
 
This Standard is intended to be used in conjunction with national standards and conventions. For example, archivists may be guided by national standards when deciding which elements may or may not be repeatable. In many countries archival descriptive systems require a single ''Authorized form of name'' for a given entity, while in other countries it is permitted to create more than one ''Authorized form of name''.
 
 
 
<span id="4.13"></span>
 
'''4.13'''
 
 
This standard addresses only part of the conditions needed to support the exchange of archival authority information. Successful automated exchange of archival authority information over computer networks is dependent upon the adoption of a suitable communication format by the repositories involved in the exchange. ''Encoded Archival Contex''t (EAC) is one such communications format which supports the exchange of ISAAR(CPF) compliant archival authority data over the World Wide Web. EAC has been developed in the form of ''Document Type Definitions'' (DTDs) in XML (''Extensible Markup Language'') and SGML (''Standard Generalized Markup Language'').
 
 
  
 
<span id="5"></span>
 
<span id="5"></span>
== 5. Elements of an authority record ==
+
== 5. Elementen van een geautoriseerde beschrijving ==
  
 
<span id="5.1"></span>
 
<span id="5.1"></span>
=== 5.1 Identity area ===
+
=== 5.1 Identiteit ===
  
 
<span id="5.1.1"></span>
 
<span id="5.1.1"></span>
'''5.1.1 Type of entity'''
+
'''5.1.1 Soort entiteit'''
  
''Purpose:''
+
''Doel:''
 +
Het aangeven of de beschreven entiteit een organisatie, persoon of familie is.
  
To indicate whether the entity being described is a corporate body, person or family.
+
''Regel:''
 
+
Specificeer de soort entiteit (organisatie, persoon of familie) die beschreven wordt in deze
''Rule:''
+
geautoriseerde beschrijving.
 
 
Specify the type of entity (corporate body, person or family) that is being described in this authority record.
 
  
  
 
<span id="5.1.2"></span>
 
<span id="5.1.2"></span>
'''5.1.2 Authorized form(s) of name'''
+
'''5.1.2 Geautoriseerde naam (namen)'''
 
 
''Purpose:''
 
 
 
To create an authorized access point that uniquely identifies a corporate body, person or family.
 
  
''Rule:''
+
''Doel:''
 
+
Het creëren van een geautoriseerde ontsluitingsterm die een organisatie, persoon of
Record the standardized form of name for the entity being described in accordance with any relevant national or international conventions or rules applied by the agency that created the authority record. Use dates, place, jurisdiction, occupation, epithet and other qualifiers as appropriate to distinguish the authorized form of name from those of other entities with similar names. Specify separately in the ''Rules and/or conventions'' element ([[#5.4.3|5.4.3]]) which set of rules has been applied for this element.
+
familie eenduidig identificeert.
  
 +
''Regel:''
 +
Leg de gestandaardiseerde naam van de beschreven entiteit vast in overeenstemming met relevante nationale of internationale afspraken of regels gebruikt door de instantie die de geautoriseerde beschrijving creëert. Gebruik, waar nodig, datering, plaats, juridische context, beroep, bijnaam en andere kwalificaties teneinde de geautoriseerde naam te onderscheiden van die van andere entiteiten met dezelfde naam. Specificeer apart in het element Regels en/of afspraken ([[#5.4.3|5.4.3]]) welke set van regels voor dit element gebruikt werd.
  
 
<span id="5.1.3"></span>
 
<span id="5.1.3"></span>
'''5.1.3 Parallel forms of name'''
+
'''5.1.3 Parallelle namen'''
  
''Purpose:''
+
''Doel:''  
 +
Het aangeven van de verschillende vormen waarin de geautoriseerde naam voorkomt in
 +
andere talen of schriftsoorten.
  
To indicate the various forms in which the Authorized form of name occurs in other languages or script form(s).
+
''Regel:''
 +
Leg de parallelle naam (namen) vast in overeenstemming met relevante nationale of internationale afspraken of regels gebruikt door de instantie die de geautoriseerde beschrijving creëert, met inbegrip van de nodige subelementen en kwalificaties die door die afspraken of regels vereist worden. Specificeer in het element Regels en/of afspraken ([[#5.4.3|5.4.3]]) welke regels werden toegepast.
  
''Rule:''
+
<span id="5.1.4"></span>
 +
'''5.1.4 Namen gestandaardiseerd volgens andere regels'''
  
Record the parallel form(s) of name in accordance with any relevant national or international conventions or rules applied by the agency that created the authority record, including any necessary sub elements and/or qualifiers required by those conventions or rules. Specify in the ''Rules and/or conventions'' element ([[#5.4.3|5.4.3]]) which rules have been applied.
+
''Doel:''
 +
Het aangeven van gestandaardiseerde namen voor de organisatie, persoon of familie, geformuleerd volgens andere regels dan degene die gebruikt werden voor het opstellen van de geautoriseerde naam. Dit kan het delen van geautoriseerde beschrijvingen tussen verschillende vakgebieden mogelijk maken.
  
 +
''Regel:''
 +
Leg de gestandaardiseerde naam van de beschreven entiteit vast, in overeenstemming met andere afspraken of regels. Specificeer de regels en/of, indien gepast, de naam van de instantie die deze gestandaardiseerde namen heeft geformuleerd
  
<span id="5.1.4"></span>
+
<span id="5.1.5"></span>
'''5.1.4 Standardized forms of name according to other rules'''
+
'''5.1.5 Andere namen'''
  
''Purpose:''
+
''Doel:''
 +
Het aangeven van een andere naam (namen) voor de organisatie, persoon of familie, voor zover ze niet elders in het veld Identiteit voorkomen.
  
To indicate standardized forms of name for the corporate body, person or family that have been constructed according to rules other than those used to construct the authorised form of name. This can facilitate the sharing of authority records between different professional communities.
+
''Regel:''
 +
Leg andere namen vast waaronder de entiteit bekend kan zijn, zoals:
 +
*a) andere vormen van dezelfde naam, bijvoorbeeld acroniemen;
 +
*b) andere namen van organisaties, bijvoorbeeld naamsveranderingen doorheen de tijd en hun dateringen;
 +
*c) andere namen van personen of families, bijvoorbeeld naamsveranderingen doorheen de tijd en hun datering, inclusief pseudoniemen, meisjesnamen, enzovoort;
 +
*d) namen en voor of achter de naam gevoegde titels van personen en families, bijvoorbeeld adellijke titels of eretitels die door een individu of familie gevoerd worden.
  
''Rule:''
+
<span id="5.1.6"></span>
 
+
'''5.1.6 Identificatiecodes voor organisaties'''
Record the standardized form of name for the entity being described in accordance with other conventions or rules. Specify the rules and/or if appropriate the name of the agency by which these standardized forms of name have been constructed.
 
  
 +
''Doel:''
 +
Het geven van numerieke of alfanumerieke identificatiecodes die worden gebruikt om de organisatie te identificeren.
  
<span id="5.1.5"></span>
+
''Regel:''
'''5.1.5 Other forms of name'''
+
Leg waar mogelijk een officieel nummer of een andere identificatiecode (bijvoorbeeld een registratienummer van een bedrijf) voor de organisatie vast en verwijs naar het rechtsgebied en het schema waarbinnen het werd toegekend.
  
''Purpose:';
 
  
To indicate any other name(s) for the corporate body, person or family not used elsewhere in the Identity Area.
+
<span id="5.2"></span>
 +
=== 5.2 Beschrijving ===
  
''Rule:''
+
Het doel van dit veld is de geschiedenis, functies, context en activiteiten van een
 +
organisatie, persoon of familie te beschrijven.
  
Record other names by which the entity may be known, such as:
+
De Bestaansperiode ([[#5.2.1|5.2.1]]) moet als een afzonderlijk element worden vastgelegd.
*a) other forms of the same name, e.g. acronyms;
 
*b) other names of corporate bodies, for example, changes of name over time and their dates;3
 
*c) including pseudonyms, maiden names, etc;
 
*d) names and prenominal and postnominal titles of persons and families, e.g. titles of nobility, or titles of honour held by the individual or family.
 
  
 +
De informatie omschreven in regels 5.2.3-5.2.8 kan als afzonderlijke, gestructureerde elementen en/of als lopende tekst in [[#5.2.2|5.2.2]] worden vastgelegd.
  
<span id="5.1.6"></span>
+
<span id="5.2.1"></span>
'''5.1.6 Identifiers for corporate bodies'''
+
'''5.2.1 Bestaansperiode'''
  
''Purpose:''
 
  
To provide any numeric or alpha-numeric identifiers that are used to identify the corporate body.
+
''Doel:''
 +
Het aangeven van de bestaansperiode van de organisatie, persoon of familie.
  
''Rule:''
+
''Regel:''
 +
Leg van de beschreven entiteit de bestaansperiode vast. Neem voor organisaties de datum van vestiging/oprichting/wettelijk mandaat en opheffing op. Neem voor personen de datums of vermoedelijke datums van geboorte en overlijden op of, wanneer deze datums onbekend zijn, de periode waarin zij actief waren. Waar parallelle dateringssystemen worden gebruikt, kan men in overeenstemming met relevante conventies of regels de datums in de verschillende systemen geven.
 +
Specificeer in het element Regels en/of afspraken ([[#5.4.3|5.4.3) het/de gebruikte
 +
dateringssyste(e)m(en), bijvoorbeeld ISO 8601.
  
Record where possible any official number or other identifier (e.g. a company registration number) for the corporate body and reference the jurisdiction and scheme under which it has been allocated.
 
  
 +
<!--
  
 
<span id="5.2"></span>
 
<span id="5.2"></span>

Revision as of 15:26, 28 June 2008

Please note that ICA-AtoM is no longer actively supported by Artefactual Systems.
Visit https://www.accesstomemory.org for information about AtoM, the currently supported version.

International Standard Archival Authority Record for Corporate Bodies, Persons and Families

ISAAR(CPF): Internationale Norm voor Archivistische Geautoriseerde Beschrijvingen van Organisaties, Personen en Families

Hoofdpagina > Vereiste bronnen > ISAAR(CPF)

Download the official, complete standard from the ICA website


1. Bereik en Doelstelling

2. Verwante normen en richtlijnen

3. Verklarende lijst van termen en definities

4. Opbouw en gebruik van de norm

5. Elementen van een geautoriseerde beschrijving

6. Organisaties, personen en families relateren aan archiefmateriaal en andere bronnen


1. Bereik en doelstelling

1.1

Deze norm verschaft richtlijnen voor het maken van archivistische geautoriseerde beschrijvingen van entiteiten (organisaties, personen en families) betrokken bij de vorming en het beheer van archieven.

1.2

Archivistische geautoriseerde beschrijvingen kunnen worden gebruikt:

  • a. om een organisatie, persoon of familie als eenheid binnen een archivistisch beschrijvingssysteem te beschrijven; en/of
  • b. om de creatie en het gebruik van ontsluitingstermen in archivistische beschrijvingen te regelen;
  • c. om de relaties te documenteren tussen verschillende archiefvormers en tussen deze entiteiten en de archieven die zij gevormd hebben en/of andere bronnen over of van hen.

1.3

Het beschrijven van archiefvormers is een wezenlijke taak van archivarissen, ongeacht of de beschrijvingen zich in papieren of digitale systemen bevinden. Dit vereist een volledige en geactualiseerde documentatie van de context van archiefvorming en -gebruik, vooral van de herkomst van de archieven.

1.4

De parallelnorm van dit document, ISAD(G): Algemene Internationale Norm voor Archivistisch Beschrijven, voorziet in het opnemen van contextgegevens in archivistische beschrijvingen op elk mogelijk niveau. ISAD(G) onderkent ook de mogelijkheid om contextgegevens afzonderlijk vast te leggen en te onderhouden, en om deze contextgegevens te koppelen aan de andere gegevenselementen gebruikt om archieven te beschrijven.

1.5

Er zijn meerdere argumenten waarom het afzonderlijk vastleggen en onderhouden van dit type contextgegevens een essentieel onderdeel van het archivistisch beschrijven is. Deze werkwijze maakt het mogelijk om beschrijvingen van archiefvormers en contextgegevens te koppelen aan beschrijvingen van archiefstukken van diezelfde archiefvormer(s) die mogelijk in verschillende archiefbewaarplaatsen berusten, alsmede ze te koppelen aan beschrijvingen van andere bronnen zoals bibliotheekmateriaal en museumobjecten die met de entiteit verband houden. Zulke relaties bevorderen de uitvoering van het archiefbeheer en ondersteunen het onderzoek.

1.6

Archiefbewaarplaatsen die archiefstukken van eenzelfde bron beheren, kunnen de contextgegevens over deze bron eenvoudiger delen of ernaar verwijzen als die op een gestandaardiseerde manier zijn beheerd. Zo’n standaardisatie is vooral van belang in een internationale context aangezien het delen of koppelen van contextgegevens over nationale grenzen heen kan gaan. Het multinationale karakter van archivering, zowel nu als in het verleden, vormt een stimulans tot internationale standaardisatie die dan weer de uitwisseling van contextgegevens zal bevorderen. Processen zoals kolonisatie, immigratie en handel hebben bijvoorbeeld bijgedragen aan het multinationale karakter van archivering.

1.7

Deze norm stimuleert de creatie van consistente, geschikte en duidelijke beschrijvingen van archiefvormende organisaties, personen en families, met als doel het gemeenschappelijk gebruik van archivistische geautoriseerde beschrijvingen te bevorderen. Hij moet worden gebruikt in combinatie met bestaande nationale normen of als basis voor de ontwikkeling van nationale normen.

1.8

Archivistische geautoriseerde beschrijvingen zijn vergelijkbaar met bibliografische geautoriseerde beschrijvingen aangezien beide de creatie van gestandaardiseerde ontsluitingstermen horen te ondersteunen. De naam van de archiefvormer van de beschrijvingseenheid is één van de belangrijkste ontsluitingstermen. Ontsluitingstermen kunnen kwalificaties meekrijgen die essentieel worden geacht om de identiteit van de benoemde entiteit te verhelderen, zodat een nauwkeurig onderscheid kan worden gemaakt tussen verschillende entiteiten met een gelijke of gelijkende naam.

1.9

Archivistische geautoriseerde beschrijvingen moeten echter aan meer eisen voldoen dan bibliografische. Deze aanvullende eisen komen voort uit het belang dat men in archivistische beschrijvingssystemen hecht aan het documenteren van archiefvormers en de context van archiefvorming. Archivistische geautoriseerde beschrijvingen gaan dus veel verder en zullen gewoonlijk meer gegevens bevatten dan bibliografische.

1.10

Het belangrijkste doel van deze norm is dus om algemene richtlijnen te verschaffen voor de standaardisatie van archivistische beschrijvingen van archiefvormers en de context van archiefvorming, die het volgende mogelijk maken:

  • het raadplegen van archieven, gebruik makend van beschrijvingen van de context van archiefvorming, die zijn gekoppeld aan de beschrijvingen van vaak verschillende en fysiek verspreid liggende archiefstukken;
  • de context waarin archieven zijn ontstaan en gebruikt te begrijpen zodat de gebruiker inzicht verwerft in de betekenis en het belang van die archieven;
  • een nauwkeurige identificatie van archiefvormers, met inbegrip van beschrijvingen van de relaties tussen verschillende entiteiten, met name het documenteren van administratieve veranderingen binnen organisaties of veranderingen in de persoonlijke omstandigheden van individuen en families; en
  • de uitwisseling van die beschrijvingen tussen instellingen, systemen en/of netwerken.

1.11

Een archivistische geautoriseerde beschrijving opgesteld volgens deze norm, kan ook worden gebruikt om de naam en identiteit van een organisatie, persoon of familie te beheren in een ontsluitingsterm die verbonden is met de archivistische beschrijvingseenheid.

4. Opbouw en gebruik van de norm

4.1

Deze norm bepaalt welke soort gegevens kunnen worden opgenomen in een archivistische geautoriseerde beschrijving. Hij verschaft richtlijnen voor het opnemen van dergelijke beschrijvingen in een archivistisch beschrijvingssysteem. De inhoud van de gegevenselementen in een geautoriseerde beschrijving zal worden vastgesteld volgens de afspraken en regels van de instantie die haar opstelt.

4.2

Deze norm bestaat uit gegevenselementen, ieder element bestaat uit:

  • a. de naam van het beschrijvingselement;
  • b. een formulering van het doel van het beschrijvingselement;
  • c. een formulering van de regel (of regels) die op het element van toepassing zijn; en
  • d. waar relevant, voorbeelden die de toepassing van de regel illustreren.

4.3

De paragrafen zijn enkel genummerd om ze te kunnen citeren. Deze nummers moet men niet gebruiken om beschrijvingselementen aan te duiden of om de volgorde of structuur van de beschrijvingen voor te schrijven.

4.4

De beschrijvingselementen voor een archivistische geautoriseerde beschrijving zijn ingedeeld in vier velden: 1. Identiteit

  • (met de gegevens die de beschreven entiteit op een unieke wijze identificeren en de gestandaardiseerde ontsluitingstermen voor de geautoriseerde beschrijving definiëren)

2. Beschrijving

  • (met relevante gegevens over aard, context en activiteiten van de beschreven entiteit)

3. Relaties

  • (met gegevens over relaties met andere organisaties, personen en/of families)

4. Beheer

  • (met gegevens die de geautoriseerde beschrijving op een unieke wijze identificeren en met gegevens die aangeven hoe, wanneer en door welke instantie de geautoriseerde beschrijving werd gecreëerd en onderhouden).

4.5

De norm geeft vervolgens in hoofdstuk 6 richtlijnen voor het verbinden van archivistische geautoriseerde beschrijvingen met de beschrijvingen van archiefstukken gevormd door die entiteit en/of met andere gegevensbronnen over of van die entiteit. Hoofdstuk 6 bevat ook datamodellen die de relaties weergeven tussen geautoriseerde beschrijvingen van archiefvormers en beschrijvingen van de archieven gevormd door die entiteiten.

4.6

Appendix A verschaft een concordantie van de beschrijvingselementen tussen de eerste en de huidige uitgave van de norm. Appendix B geeft volledige voorbeelden van archivistische geautoriseerde beschrijvingen die zijn opgesteld volgens deze norm.

4.7

Alle elementen waarop deze regels betrekking hebben, kunnen worden gebruikt, maar de volgende vier elementen zijn noodzakelijk:

  • Soort entiteit (element 5.1.1);
  • Geautoriseerde naam(namen) (element 5.1.2);
  • Bestaansperiode (element 5.2.1); en
  • Identificatiecode van de geautoriseerde beschrijving (element 5.4.1)

4.8

De aard van de beschreven entiteit en de eisen van het systeem of netwerk waarin de vervaardiger van een archivistische geautoriseerde beschrijving werkt, zullen bepalen welke optionele beschrijvingselementen in een bepaalde geautoriseerde beschrijving worden gebruikt en of deze elementen in een verhalende en/of gestructureerde vorm worden gepresenteerd.

4.9

Veel van de beschrijvingselementen in een volgens ISAAR(CPF) opgestelde geautoriseerde beschrijving zullen worden gebruikt als ontsluitingstermen. Regels en afspraken over de standaardisatie van ontsluitingstermen kunnen zowel nationaal als per taal worden ontwikkeld. De woordenlijsten en afspraken voor het opstellen of selecteren van de inhoud van deze elementen kunnen ook nationaal of per taal worden ontwikkeld. De volgende ISO normen kunnen van pas komen bij de ontwikkeling en het beheer van gecontroleerde woordenlijsten:

  • ISO 5963 Documentation - Methods for examining documents, determining their subjects, and selecting indexing terms;
  • ISO 2788 Documentation - Guidelines for the establishment and development of monolingual thesauri;
  • ISO 5964 Documentation - Guidelines for the establishment and development of multilingual thesauri; and
  • ISO 999 Information and Documentation - Guidelines for the content, organization and presentation of indexes.

Als in een beschrijvingselement een gepubliceerde bron wordt geciteerd, dan wordt aangeraden dat de instantie de laatste versie van ISO 690 Documentation – Bibliographic references - Content, form and structure volgt.

4.10

De voorbeelden in deze norm zijn illustratief, het zijn géén voorschriften. Zij zijn bedoeld om de regels waar ze bij horen te verhelderen, niet om ze uit te breiden. Beschouw noch de voorbeelden, noch de vorm waarin ze worden gepresenteerd als instructies. Om de context van elk voorbeeld duidelijk te maken, wordt het gevolgd door een vermelding, in cursief, van de naam van de instantie die het heeft geleverd. Om de context duidelijk te maken, wordt elk voorbeeld gevolgd door een vermelding, in cursief, van de naam van de instantie die het voorbeeld heeft geleverd. Verdere verklarende aantekeningen kunnen volgen, ook in cursief, voorafgegaan door de afkorting N.B.: Verwar de bronverwijzing van het voorbeeld of mogelijke aantekeningen niet met het voorbeeld zelf.

4.11

Deze norm is bedoeld om gebruikt te worden samen met [[RS-1/nl|ISAD(G) – Algemene Internationale Norm voor Archivistisch Beschrijven, 2de uitgave, en met nationale archivistische beschrijvingsnormen. Als deze normen samen worden toegepast binnen een archivistisch beschrijvingssysteem of netwerk, dan zullen geautoriseerde beschrijvingen met beschrijvingen van archieven en omgekeerd worden verbonden. Zie hoofdstuk 6 voor richtlijnen over het leggen van dergelijke relaties. Beschrijvingen van archieven kunnen verbonden worden met archivistische geautoriseerde beschrijvingen via de elementen Naam van de archiefvormer(s) (3.2.1) en Institutionele geschiedenis / Biografie (3.2.2) in een beschrijving die opgesteld is volgens ISAD(G).

4.12

Deze norm is bedoeld om samen met nationale normen en afspraken gebruikt te worden. Archivarissen kunnen bijvoorbeeld nationale normen volgen bij de keuze welke elementen wel of niet mogen worden herhaald. In veel landen eisen archivistische beschrijvingssystemen een enkele Geautoriseerde naam voor een bepaalde entiteit, terwijl in andere landen het toegestaan is om meer dan één Geautoriseerde naam te ontwikkelen.

4.13

Deze norm behandelt slechts een deel van de voorwaarden die nodig zijn om de uitwisseling van archivistische geautoriseerde gegevens mogelijk te maken. Succesvolle digitale uitwisseling van archivistische geautoriseerde gegevens via computernetwerken is afhankelijk van het gebruik van een geschikt communicatieformaat door de bewaarplaatsen die de informatie uitwisselen. Encoded Archival Context (EAC) is een dergelijk communicatieformaat. EAC ondersteunt de uitwisseling via het World Wide Web van archivistische geautoriseerde beschrijvingen die opgesteld zijn volgens ISAAR(CPF). EAC is een Document Type Definition (DTD) in XML (Extensible Markup Language) en SGML (Standard Generalized Markup Language).

5. Elementen van een geautoriseerde beschrijving

5.1 Identiteit

5.1.1 Soort entiteit

Doel: Het aangeven of de beschreven entiteit een organisatie, persoon of familie is.

Regel: Specificeer de soort entiteit (organisatie, persoon of familie) die beschreven wordt in deze geautoriseerde beschrijving.


5.1.2 Geautoriseerde naam (namen)

Doel: Het creëren van een geautoriseerde ontsluitingsterm die een organisatie, persoon of familie eenduidig identificeert.

Regel: Leg de gestandaardiseerde naam van de beschreven entiteit vast in overeenstemming met relevante nationale of internationale afspraken of regels gebruikt door de instantie die de geautoriseerde beschrijving creëert. Gebruik, waar nodig, datering, plaats, juridische context, beroep, bijnaam en andere kwalificaties teneinde de geautoriseerde naam te onderscheiden van die van andere entiteiten met dezelfde naam. Specificeer apart in het element Regels en/of afspraken (5.4.3) welke set van regels voor dit element gebruikt werd.

5.1.3 Parallelle namen

Doel: Het aangeven van de verschillende vormen waarin de geautoriseerde naam voorkomt in andere talen of schriftsoorten.

Regel: Leg de parallelle naam (namen) vast in overeenstemming met relevante nationale of internationale afspraken of regels gebruikt door de instantie die de geautoriseerde beschrijving creëert, met inbegrip van de nodige subelementen en kwalificaties die door die afspraken of regels vereist worden. Specificeer in het element Regels en/of afspraken (5.4.3) welke regels werden toegepast.

5.1.4 Namen gestandaardiseerd volgens andere regels

Doel: Het aangeven van gestandaardiseerde namen voor de organisatie, persoon of familie, geformuleerd volgens andere regels dan degene die gebruikt werden voor het opstellen van de geautoriseerde naam. Dit kan het delen van geautoriseerde beschrijvingen tussen verschillende vakgebieden mogelijk maken.

Regel: Leg de gestandaardiseerde naam van de beschreven entiteit vast, in overeenstemming met andere afspraken of regels. Specificeer de regels en/of, indien gepast, de naam van de instantie die deze gestandaardiseerde namen heeft geformuleerd

5.1.5 Andere namen

Doel: Het aangeven van een andere naam (namen) voor de organisatie, persoon of familie, voor zover ze niet elders in het veld Identiteit voorkomen.

Regel: Leg andere namen vast waaronder de entiteit bekend kan zijn, zoals:

  • a) andere vormen van dezelfde naam, bijvoorbeeld acroniemen;
  • b) andere namen van organisaties, bijvoorbeeld naamsveranderingen doorheen de tijd en hun dateringen;
  • c) andere namen van personen of families, bijvoorbeeld naamsveranderingen doorheen de tijd en hun datering, inclusief pseudoniemen, meisjesnamen, enzovoort;
  • d) namen en voor of achter de naam gevoegde titels van personen en families, bijvoorbeeld adellijke titels of eretitels die door een individu of familie gevoerd worden.

5.1.6 Identificatiecodes voor organisaties

Doel: Het geven van numerieke of alfanumerieke identificatiecodes die worden gebruikt om de organisatie te identificeren.

Regel: Leg waar mogelijk een officieel nummer of een andere identificatiecode (bijvoorbeeld een registratienummer van een bedrijf) voor de organisatie vast en verwijs naar het rechtsgebied en het schema waarbinnen het werd toegekend.


5.2 Beschrijving

Het doel van dit veld is de geschiedenis, functies, context en activiteiten van een organisatie, persoon of familie te beschrijven.

De Bestaansperiode (5.2.1) moet als een afzonderlijk element worden vastgelegd.

De informatie omschreven in regels 5.2.3-5.2.8 kan als afzonderlijke, gestructureerde elementen en/of als lopende tekst in 5.2.2 worden vastgelegd.

5.2.1 Bestaansperiode


Doel: Het aangeven van de bestaansperiode van de organisatie, persoon of familie.

Regel: Leg van de beschreven entiteit de bestaansperiode vast. Neem voor organisaties de datum van vestiging/oprichting/wettelijk mandaat en opheffing op. Neem voor personen de datums of vermoedelijke datums van geboorte en overlijden op of, wanneer deze datums onbekend zijn, de periode waarin zij actief waren. Waar parallelle dateringssystemen worden gebruikt, kan men in overeenstemming met relevante conventies of regels de datums in de verschillende systemen geven. Specificeer in het element Regels en/of afspraken ([[#5.4.3|5.4.3) het/de gebruikte dateringssyste(e)m(en), bijvoorbeeld ISO 8601.